Zondag Gaudate

‘Jubel, vrouwe Sion, juich van vreugde, Israël’.

Zondag Gaudate

Deze derde zondag van de Advent staat in het teken van blijdschap, vreugde. ‘Gaudete’ zondag noemen we ze volgens de traditie.
Een soort van nauwelijks in te houden vreugde klinkt door in de lezingen. Het voelt aan als iets dat in de lucht hangt. Verwachting. Hij komt. Helemaal de geest van de Advent.
Jesaja: ‘Jubel, vrouwe Sion, juich van vreugde, Israël’.
Paulus doet er nog een schepje bovenop: ‘Laat de Heer uw vreugde blijven, wees altijd verheugd’. (Filippi)
Evangelie: ‘de mensen waren vol verwachting’.
Het is een vreugde die vooruitloopt of wat komen gaat. Vreugde in de modus van verwachting. Er is iets radicaal nieuws op komst.

Je voelt de urgentie in dit spreken. Het wil gehoord worden, want het is noodzakelijk nieuws, het is goed nieuws.

Hij komt eraan!

Laat Hem toch binnen!


Die verwachting is onlosmakelijk verbonden aan een iconisch figuur, waar je niet omheen kunt in de Advent. Heel de afgelopen week ging het over hem.

Johannes de Doper. Of Johannes de Voorloper zoals hij de Oosterse kerken wordt genoemd.

Je kunt niet om hem heen. Sterker nog hij is als een anker in de Advent.


Hij laat ons zien: Jezus komt niet uit het niets.

De traditie is ondubbelzinnig daarover: Jezus komt na Johannes.

Net als zijn tijdgenoten voelt Jezus zich aangetrokken door persoon en de prediking van Johannes.

Hij laat zich door hem dopen.

Daarna neemt zijn optreden een dramatische wending.

Hij gaat spreken niet over een naderend oordeel, maar over een God die rakelings nabij is.


Johannes is een randfiguur, een naam uit de marge, een profeet die zich ophoudt buiten de gevestigde kaders, in de woestijn van Juda, aan de overkant… (van de Jordaan).


Onze Paus heeft het voortdurend over de periferie, over de randgebieden van de wereld, en de randfiguren. Over hoe belangrijk die zijn. Over hoe ze ons evangeliseren. Johannes de Doper was zo iemand.


Het woord van God was over hem gekomen in de woestijn. In een randgebied. Daar, in de spreekwoordelijke stilte van de woestijn, in ‘quarantaine’, had hij leren luisteren.

Misschien moet je je soms terugtrekken uit je dagelijkse routine om echt te horen.

Om te luisteren met de oren van je binnenkant, van je hart.

Luisteren zoals die andere grote profeet, Elia, naar de stille bries, of, beter vertaald, luisteren naar het geluid van pure stilte.


De mensen die Johannes hoorden spreken, voelden aan dat dit niet zomaar geklets was.

Dit was een stem uit de stilte.

Hier sprak iemand die echt geraakt was door God in de stilte van de woestijn.


Johannes de Doper is als een scharnierfiguur tussen het Oude en het Nieuwe Testament.

Een wegbereider.

Een vinger.

Dat wordt gesymboliseerd door manier waarop Lukas het portret schildert van zijn ouders. Johannes, een kind geboren uit ouders op gevorderde leeftijd, Elisabeth en Zacharias, sluit het oude testament af.

Een kind geboren uit een jonge vrouw, Maria, luidt een nieuw tijdperk in.

In Johannes en Jezus wordt het hele Bijbelverhaal als het ware samengesmolten, Oud en Nieuw. Ze horen bij elkaar, vloeien in elkaar over


En toch, hier komt iets radicaal nieuws is de verwachting.

Want er is inderdaad radicale nieuwheid.

“Christus bracht radicale nieuwheid door zichzelf te brengen”. (Irenaeus)


In de evangelietekst is sprake van twee doopsels.

Het doopsel van Johannes. ‘Ik doop jullie met water.’ 

Centraal daarin staat bekering. En de mensen vragen:

‘Wat moeten wij doen?’

Johannes spoort aan tot een moreel onbesproken levenswandel.


En het doopsel ‘van Geest en van vuur’.

Dat spreekt van radicale nieuwheid.

Een leven van Geest en vuur. Nieuw leven.

Het is de Geest die over Jezus kwam toen hij zich liet dopen in de Jordaan.

En die woorden: ‘Dit is mijn Geliefde’. ‘Ik hou van hem’.

Die Geest komt over ons, vult ons eigen hart van ieder die zich tot Jezus bekent.

‘Abba’ – ‘Vader’ stamelt de Geest in ons.

We maken ruimte voor die Geest totdat het gemurmel van de Geest onze eigen adem wordt.

Dat is de verwachting waar we in staan in deze Adventstijd.

Dat is ook de opdracht. Ruimte maken.


Meister Eckhart.

Als God alleen geboren zou zijn in Jezus Christus, honderden jaren geleden, dan hebben wij daar in onze tijd niets aan. Ieder mens – man en vrouw – moet zwanger worden van God en God baren, steeds opnieuw.”


Bidden we dat we ons hart voldoende leeg kunnen maken om die geboorte steeds opnieuw te laten plaats vinden, steeds vollediger. Elke Advent. Zo zijn we op weg naar de voltooiing.


Fons Eppink